Het is belangrijk om contact op te nemen met uw huisarts als u de eerste tekenen van een doorligplek ontdekt bij een van uw cliënten. Dan kunt u samen afspraken maken voor de verdere begeleiding. Als er een wond is ontstaan, kan het zijn dat de huisarts de wijkverpleegkundige inschakelt. De wijkverpleegkundige neemt dan de controle en wondverzorging op zich. Zij komt regelmatig bij de cliënt thuis. Als de wondverzorging veel pijn doet, kunt u van tevoren een pijnstiller te nemen (bijvoorbeeld paracetamol).
Belangrijkste punten voor de verzoring:
- Was de cliënt met lauwwarm water, zonder zeep (of hooguit met zeep die niet ontvet).
- Gebruik bij een droge huid een zalf zonder parfum erin (bijvoorbeeld lanettezalf) en smeer de huid 1 tot 3 keer per dag in.
- De huid niet wrijven, schuren of masseren.
- Draag schone, gladde en soepele kleding, bij voorkeur van katoen.
- Zorg voor een schone, gladde, droge, katoenen onderlaag (bed of stoel). Voorkom oneffenheden, dus let op kruimels, kreukels, opgefrommelde onderleggers, infuus of catheterslangen.
- Houd de huid droog. Voorkom dat de huid vochtig wordt door zweet of urine. Zorg regelmatig voor schone onderleggers of luiers.
- Controleer de huid dagelijks.
- Eet gezond en drink voldoende.
Maak jouw eigen website met JouwWeb